Heerlijke en informatieve foodfilms op het Food Film Festival zoals over de politieke betekenis van hummus in het Midden Oosten

Eind maart vond voor de derde keer het FOOD FILM FESTIVAL in Amsterdam plaats, met een keur aan films waarin voedsel en eten een belangrijke rol spelen, maar ook met events, feesten, culinaire ervaringen en een voedselmarkt. Films waarbij je het water in de mond loopt maar die je ook veel leren over voedsel en voedselvoorziening. Wie heeft bijvoorbeeld het gerecht hummus uitgevonden? De Israëliërs, de Palestijnen of de Libanezen? Het festival is een initiatief van Youth Food Movement (YFM), een organisatie die ons bewuster wil maken van voedselkeuzes.
Op het festival waren ook een aantal inspirerende gasten aanwezig, onder wie New York Times columnist Mark Bittman, culinair recensent Johannes van Dam en hoogleraar Louise Fresco. De eerste pleit in zijn strijd tegen overgewicht voor gezond voedsel en voor ingrijpen van de overheid op het gebied van marketing gericht op jonge kinderen. De laatste heeft samen met Helen Westerik een voor filmliefhebbers aangenaam boek geschreven: De rol van eten in speelfilms (2010). Daarin bespreken ze films waarin eten en alles wat daarmee te maken heeft, een belangrijk bestanddeel vormt, zoals The Godfather (I,II,III), Goodfellas (1990) of Yokyo Sonata (2008 – van Kurosawa). De echte foodfilms, waarin alles om eten draait, komen daarin natuurlijk ook aan bod, Julie & Julia van Nora Ephron (2009), Eat Drink Man Woman van Ang Lee (1994) en natuurlijk de klassieker La grande Bouffe van Ferreri (1973). En dan zijn er nog de foodfilms die je het water in de mond doen lopen. Zie bijvoorbeeld het genoemde Eat Drink Man Woman, Woman, maar ook Babette's Feast en Con aqua para chocolata. Of kijk eens naar Bella Martha (No reservations is de Amerikaanse remake ervan uit 2007), waarin de work-alcoholic-kok Martha verliefd wordt op een zorgeloze Italiaanse kok aan wie alles swingt.
Eat Drink Man Woman 

Op het festival belichtten Fresco en Westerik in een film van 60 minuten, The Hamburger scenes, met behulp van filmscènes de rol van fast food in speelfilms, en dan met name de hamburger. Op het festival draaide ook een aantal geselecteerde speelfilms. Een klassieker uit 1994: Chunking Express van Wong Kar Wei, waarin het eten in een snackbarstalletje de verhalen verbindt. Maar er was ook de Nederlandse première van de Iraanse speelfilm Hotchpotch van Forouzesh (2012), waarin een vader na het overlijden van zijn vrouw bij de geboorte van hun eerste kind op zoek gaat naar moedermelk op het Iraanse platteland. In Trouw stond onlangs het bericht, dat moedermelk van niet-Islamitische vrouwen voor Islamitische kinderen schadelijk zou kunnen zijn, smakelijk voorgelezen door Max Pam in Oba Live.

De meeste van de ongeveer 30 films op het festival waren animaties en vooral documentaires. Een aantrekkelijke combinatie van film en eten was de vertoning van de documentaire L'Amour des moules van Willemiek Kluijfhout. waarin de levenscyclus van de mossel centraal staat en waarin mensen aan het woord komen van wie het leven verweven is met dit schelpdiertje, en een mossellunch na afloop van de film, bereid en gepresenteerd door kok Sergio Herman, die in de film de Zeeuwse delicatesse betitelt als 'pure nectar'. Verder was er de al van tv bekende documentaire Rauwer, die de vijftien jarige jongen Tom portretteert. Hij krijgt van zijn moeder niets anders dan groenten, fruit en noten voorgeschoteld. Alleen een dieet van plantaardige rauwe voeding schaadt volgens haar de gezondheid niet. Dat Tom niet meer naar school gaat, volgens artsen ondervoed is en van zijn sociale omgeving geїsoleerd raakt, lijkt de missie van zijn moeder niet te stoppen. Al zijn er volgens de laatste berichten schikkingen in deze getroffen.

Een mooi portret is de nieuwe Nederlandse documentaire Dansen met gehoornde dames van Onno Gerritse (2013 - wereldpremière), waarin boer Jan Dirk van de Voort het verhaal van zijn koeien vertelt. Geen antibiotica meer, en geen kunstmest. Bovendien mogen zijn dames hun hoorns behouden. Na aanvankelijke problemen (ziekte, dood) betaalt de koerswijziging zich nu ten volle uit. In het begin van de film houdt de boer omstanders een koeienvlaai onder de neus. “Net een zalfje zo mooi.” De melk is heerlijk en zijn kaas kan wedijveren met de allerbeste Parmezaan. Dat alles is een dansje waard met de gehoornde dames, die veel blijer zijn geworden. Behalve de paarden fluisteraar is er nu dus ook de koeien danser.
Dansen met gehoornde dames

Veel aandacht trok de Nederlandse première van de documentaire Make hummus not war (2012) van de Australische filmer Trevor Graham, waarin de vraag gesteld wordt wie nou de hummus heeft bedacht. De Israeliërs, de Palestijnen of de Libanezen? Dat was de inzet van de zogenaamde Hummus-Oorlog in 2008, toen Libanon de Israëlische export van hummus als een nationaal product aan de orde stelde. De media bemoeiden zich ermee en de verschillende partijen daagden elkaar uit het grootste bord hummus te produceren.
Het twistpunt zelf van deze oorlog is een heel simpel gerecht: een puree van kikkererwten met sesampasta, knoflook, zout, olijfolie en citroen. Eenvoudig, voedzaam, gezond en goedkoop. Maar de emoties zijn er dus niet minder om. Filmer Graham gaat op zoek naar de ultieme hummus in
acherafstraatjes van Jeruzalem, Tel Aviv, Bethlehem. Hij eet hummus bij een Palestijnse boer die kilomdeters moet omlopen om bij zijn land te komen, in een Joodse nederzetting op dezelfde Westbank, en in een duur restaurant in Beirut. Hij spreekt met Joodse Israeliërs, met Palestijnen en Libanezen. Een
ieder weet, met al of niet Bijbelse teksten in de hand, duidelijk te maken dat de hummus het onvervreemdbare eigendom is van juist hun volk. De ironie wil wel, dat in de meeste Israëlische restaurants Palestijnen de hummus klaarmaken in de keuken.
Behalve een Bijbelse zaak is hummus inmiddels ook big business. In de VS doet vooral Israël goede zaken, tot grote ontevredenheid van Libanon. Graham probeert zijn zegslieden vreedzame uitspraken te ontlokken. Soms lukt dat ook. De kok van een oud restaurant in Beirut zegt, dat alles goed zou komen, als de partijen maar gezamenlijk een goed bord hummus zouden eten. En een Palestijn in Oost-Jeruzalem vertelt dat er in zijn restaurant zowel Palestijenen als Israëlische soldaten komen om zijn hummus te proeven. “Van oudsher zijn wij één volk.” Misschien is het zo, maar voor vrede is toch meer nodig dan een goed bord humus. 

Hummus stond ook op de kaart in Studio K in Amsterdam. Na het vertonen van de film was er veel vraag naar dit gerecht, waarvan de herkomst dus omstreden is. Dat laatste maakte de bezoekers niet zoveel uit. Het bord hummus was in ieder geval good, clean & fair, zoals in het programmaboekje was beloofd. En goedkoop. Wat wil je nog meer?

1 opmerking:

  1. Van welk volk ook afkomstig, heb nooit begrepen wat er zo lekker is aan humus. Goedkoop is het ook al niet.

    BeantwoordenVerwijderen