Lieve Tiny en Simon,



V., 21 mei 1971

Lieve Tiny en Simon,

Eergistermiddag teruggekeerd in het Vaderland, was ik te moe om je te schrijven, en moest ik volstaan met het op de post doen van de reeds in Frankrijk vervaardigde brief. Gaarne verneem ik, wat je van mijn welgemeende poging tot een bijdrage aan je levenswerk denkt.

Morgenochtend word ik om 8 (acht) uur opgehaald. Niet door de Ophaaldienst, hoewel die al vaak gevaarlijjk dicht in de buurt is geweest, maar door mijn makelaar, die Huize 'Het Gras' en het Zomerpaleis met mij gaat bekijken. Eigenlijk heb ik nergens veel zin in. Maar je moet wel.

Kunstbroeder, ik wil dat je je eigen over de Dood absoluut geen kopzorg maakt. Dat heeft totaal geen nut. God roept je, maar je hoort Hem niet, want je slaapt. En God vraagt aan de Engel, die de zaak in handen heeft: 'Hoe zit dat?' En de Engel antwoordt: 'Koning der Eeuwen, U hebt goed roepen. Hij slaapt de slaap van de rechtvaardige happer.' En God zegt: 'Neem hem maar zo mede, slapend en al. Maak hem maar niet wakker.'

Wat jij aan die meiden vindt, in al die handgeknoopte divankleden en tafelkleden, waar jij op straat naar kijkt, dat begrijp ik weer niet. Ik kan het niet goed navoelen, bedoel ik. Ik kan wel zien, dat een vrouw mooi is, en ik krijg wel eens zoiets als een lichamelijke begeerte, maar dat echte diepe verlangen, dat wanhopige, verlatene noodlot, dat men verliefdheid of zelfs Liefde noemt, dat ken ik geloof ik niet jegens vrouwen. Veel andere mannen kennen dat wel, heb ik bemerkt. Het vervelende is, dat je het zo vaak moet uitleggen en verdedigen. Vroeger vooral. Nu niet meer. Het is alles eender, volgens mij. Het is alles heel goed, of heel slecht. Vermoedelijk is het heel slecht: alles is bezoedeld en zondig, behalve als het verlost wordt door Gods genade. Matig tot stevig gedronken vanmiddag. In Vino Veritas. Ja jongen, ik ben op een echte school geweest. Als ik naar de Hogere Textiel School was gegaan, dan was alles anders gelopen. Dan had ik die meiden in die beddespreien nagekeken op straat. Ik moet de makelaar vanavond om 9 uur opbellen, om te horen of zijn vader al dood is. Is die dood, dan gaat de reis morgen niet door. Je weet niet, wat je wensen moet. Ik bedoel: ik ken die vader helemaal niet. Heel veel liefs van je goeddeels uitgevloerde kunstbroeder.Gerard

Uit: De Taal Der Liefde - Gerard Kornelis van het Reve
Athenaeum - Polak & Van Gennep
Amsterdam
1972

Geen opmerkingen:

Een reactie posten