Het slechte voorbeeld Ahmed Marcouch

18_handen_schudden_1_klein

Het slechte voorbeeld Ahmed Marcouch

Het grote voorbeeld Ahmed Marcouch’ luidde de kop boven een artikel dat ik in oktober 2007 op deze website plaatste. Ik prees de PvdA-voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart voor zijn doortastende optreden na de rellen rond de dood van Bilal B. (de messentrekker die twee agenten van het bureau Slotervaart levensgevaarlijk verwondde) en voor het feit dat hij de problemen in zijn prachtwijk duidelijk durfde te benoemen.

In een tweede weblog (17 januari 2008) vergeleek ik Marcouch met de vroegere PvdA-coryfee Jan Schaefer. Beide gezagsdragers belichamen het oude ideaal van socialistische zelfverheffing: afkomstig uit een eenvoudig milieu zijn ze door zelfstudie en hard werken naar voren gekomen. Marcouch komt van heel ver. Hij kwam hier als analfabeet uit Marokko en leerde zichzelf Nederlands lezen en schrijven.

Mijn benaming ‘de nieuwe Jan Schaefer’ had ook een ironische ondertoon, die aan sommige lezers is ontgaan: Juist door het volslagen gebrek aan aansluiting met ‘de gewone man’ heeft de PvdA de neiging om de schaarse volkse types in haar gelederen op het schild te verheffen en als heilige te vereren.

Aanleiding tot het tweede artikel was een groot interview met Marcouch in De Pers. Daarin zette hij zijn idealen over zelfverheffing nog eens uiteen. Het zijn idealen die volgens mij het wezen waren van het vroege socialisme en in de loop der tijden zijn verkwanseld door de moderne sociaal-democratie. Marcouch: “Ik zeg tegen mensen: er is maar één werkelijkheid, en dat is dat je moet blokken, goede cijfers halen, solliciteren en aan het werk. Dat is hard. Want het liefst willen ze horen dat iedereen werkloos is omdat alle bedrijven discrimineren.”

Overigens zette ik in beide lovende artikelen enkele kanttekeningen bij het optreden van de orthodoxe moslim Marcouch. Voor hij de lokale politiek inging viel hij als bestuurder van de moskeevereniging UMMAO de Rotterdamse wethouder Marco Pastors aan wegens negatieve uitlatingen over Marokkaanse jongeren. Achteraf bleek dat Marcouch zelf bijna gelijkluidende uitlatingen had gedaan als Pastors.

Marcouch is daarnaast een bewonderaar van de omstreden moslimgeleerde Youssef el Qaradawi, een vooraanstaande leider van de Moslim Broederschap. Deze Egyptenaar geldt als ‘gematigd conservatief’, hoewel hij bijvoorbeeld zelfmoordaanslagen op Israëlische burgerdoelen goedkeurt, een fatwa heeft afgekondigd tegen het spelletje pokemon, islamitische straffen tegen homo’s verdedigt en het niet zo nauw neemt met democratische waarden. Marcouch, aldus het interview in De Pers, ziet El Qaradawi nog wel als een autoriteit, maar geeft aan hem niet meer blind te volgen.

Marcouch wordt niet alleen binnen zijn partij de hoogte in geprezen. Ook islamcritici als Afshin Ellian en Paul Cliteur zijn zeer positief over de voorzitter van het stadsdeel Slotervaart, dat geldt als een van de lastigste prachtwijken van Nederland. Ga er maar eens aan staan in deze bestuurlijk moeilijke omgeving!

Alle waardering neemt niet weg dat voor de veelgeprezen Marcouch hetzelfde geldt als voor alle andere gezagsdragers in Nederland: ze zijn verplicht om de seculiere waarden van onze samenleving te verdedigen tegen uitingen van religieuze intolerantie. Op dat punt laat het PvdA-wonderkind het de afgelopen tijd afweten.

Daar was allereerst het optreden van Marcouch in het discussieprogramma Buitenhof bij een debat over de hoofddoek bij de politie. De PvdA’er stond daar niet op de bres voor de scheiding van kerk en staat, maar verdedigde juist de komst van gehoofddoekte agentes. Zwak was het argument waarmee Marcouch de hoofddoek verdedigde: Door een verbod werden moslima’s volgens hem uitgesloten van het politiewerk. De orthodoxe Marcouch maakte daarmee de hoofddoek tot norm voor moslimvrouwen, en ging er volkomen aan voorbij dat heel wat moslima’s zonder hoofdbedekking door het leven gaan.

Ook in het debat over de vraag of ambtenaren en straatcoaches mogen weigeren vrouwen de hand te schudden kiest Marcouch tegen de scheiding van kerk en staat en vóór het vergoelijken van religieuze intolerantie. In dit geval volgt hij het slechte voorbeeld van burgemeester Job Cohen, die voorop loopt bij het goedpraten van religieus geïnspireerde discriminatie van vrouwen. Zelfs minister Ella Vogelaar is het dit keer niet eens met de steun van Cohen en Marcouch aan orthodoxe moslims, die volgens Cohen ‘effectief’ en ‘respectvol’ zijn en daarom de Nederlandse fatsoensregels niet hoeven na te leven. De website Hoeiboei noteerde vier recente uitspraken van Marcouch, die van Vogelaar niet gepikt zouden worden, maar die de allochtone politicus kan doen zonder al te veel kritiek te ontvangen.

In de deelraad van Amsterdam-Slotervaart hebben drie moedige PvdA-raadsleden een motie ingediend tegen het handenschudstandpunt van Marcouch. Het Parool bracht gedetailleerd verslag uit van het debat. Dissident Clyde Moerlie: “De PvdA-minister van Integratie en de PvdA-Kamerfractie vinden het weigeren van een hand onacceptabel. Als je een landelijke enquête zou houden onder PvdA’ers zou dat ook de uitkomst zijn. Het is eigenlijk de verantwoordelijkheid van de PvdA-fractie in de gemeenteraad om de burgemeester terug te fluiten, maar die houdt siësta of zo. Daarom komen wij met deze motie.”

Het is ontmoedigend te lezen hoe weinig steun Moerlie kreeg van zijn partijgenoten in Slotervaart en met wat voor drogargumenten de PvdA-meerderheid Marcouch en Cohen blijft volgen. Marcouch kwam net als in de hoofddoekkwestie met de vraag of je orthodoxe moslims wilt insluiten of uitsluiten, en beriep zich op de vrijheid van godsdienst.

Mijn antwoord op de vraag van Marcouh: Niemand sluit orthodoxe moslims uit. Ze sluiten zichzelf uit door zich niet aan Nederlandse omgangsvormen te houden. Bij de overheid hebben ze met deze instelling niets te zoeken. Door toe te geven aan de orthodoxe straatcoaches staan Cohen en Marcouch het begin van seksuele apartheid toe. ‘Waar gaat het eigenlijk over?’ is een veelgehoorde vraag in dit debat, gesteld door mensen die niet beseffen wat er op het spel staat. Mijn antwoord: Het gaat om een fundamentele kwestie. De burgemeester en de stadsdeelvoorzitter geven in feite aan de normen van de sharia belangrijker te vinden dan de normen van onze seculiere samenleving.

Dat brengt ons bij een gewetensvraag aan de PvdA. Stel: de denkbeeldige partijgenoot Arie Marcus, ouderling van de Gereformeerde Gemeente in Kesteren, in het hart van de Gelderse bible belt, treedt daadkrachtig op tegen de plaatselijke hangjongeren. Marcus durft deze crimineeltjes zonder blikken en blozen voor ‘tuig’ uit te maken. Maar hij probeert ze tevens met hulp van de kerk weer op het rechte pad te brengen. Arie Marcus is fel gekant tegen de Sinterklaasintocht (“een roomse heilige”), verkondigt dat getrouwde vrouwen niet mogen werken, ijvert voor de sluiting op zondag van het plaatselijke zwembad, en zegt zijn inspiratie te vinden bij de reformatorische geleerde Jodocus van Lodenstein. Zou de Partij van de Arbeid deze Arie Marcus net zo innig omarmen als Ahmed Marcouch?

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraaad van links

1 opmerking: